Een antidumpingheffing  is vaak van toepassing op een bepaalde exporteur uit een bepaald land (bijvoorbeeld bedrijf Chinese Bikes uit China). Dit is om te voorkomen om andere bedrijven uit datzelfde land te benadelen. Het is namelijk vaak een actie van enkele exporteurs uit een bepaald land die hun goederen zo goedkoop aanbieden. Deze dumpprijzen zorgen ervoor dat er geen afzet mogelijkheden meer zijn voor producten uit de eigen markt. Door middel van de antidumpingheffing word geprobeerd dit te voorkomen en het evenwicht te herstellen. De heffingen zijn vaak fors en kunnen gemakkelijk oplopen. Tarieven van 40% tot 50% of zelfs nog meer zijn zeker geen uitzondering. De importeur moet zelf uitzoeken of er antidumpingheffing van toepassing is.

Voorbeeld:
Fietsenfabrikant “Chinese Bikes” uit China wil zijn concurrentiepositie verbeteren en gaat op grote schaal zijn fietsen tegen een extreem laag tarief aanbieden aan bijvoorbeeld Nederlandse importeurs. Hij rekent slechts € 12,- per nieuwe fiets. De Europese Unie vindt dat niet wenselijk omdat hierdoor andere leveranciers sterk benadeeld worden omdat zij niet voor deze extreem lage tarieven de fietsen kunnen leveren. Niet alleen de eigen Nederlandse fietsenmerken worden hierdoor benadeeld, maar ook andere leveranciers uit China die wel voor een normale prijs leveren. De EU kan dan voor “Chinese Bikes” een antidumpingheffing opleggen. Dit houdt in dat de Nederlandse importeur naast BTW en normale invoerrechten ook de Antidumpingheffing moet betalen. Hierdoor wordt het stukken minder interessant om deze fietsen van deze fabrikant nog te kopen en is het evenwicht hersteld.

Je ziet antidumping heffingen overigens op allerlei verschillende soorten goederen, van keukenmessen tot zonnepanelen. Overal waar dumping van toepassing kan zijn kan deze maatregel opgelegd worden.

Binnen de EU is een vaste procedure van kracht voor het vaststellen van een antidumpingheffing. Een ondernemer binnen de EU kan een klacht indienen wegens oneerlijke concurrentie wanneer een bedrijf van buiten de EU zijn producten binnen de EU wil aanbieden voor een lagere prijs dan welke hij vraagt in zijn eigen land. Naar aanleiding van deze klacht wordt een onderzoek ingesteld.

Er kan eventueel hangende het onderzoek een voorlopige heffing worden opgelegd voor de duur van 4 maanden, deze kan indien nodig met 2 maanden worden verlengd. Als na afronding blijkt dat er inderdaad sprake is van dumping wordt een definitieve vaststelling gedaan van de antidumpingheffing. De voorlopig vastgestelde heffing wordt hierbij uiteraard verrekend. De exporteur kan er vervolgens voor kiezen om voor hogere prijzen te leveren, zodat er bij een volgende export geen heffing meer betaald hoeft te worden. Hij zal dan moeten verkopen tegen een bepaalde minimumprijs.